De opslag van elektrochemische gassensoren

Punt 1. Sensoren mogen niet langer dan zes maanden worden opgeslagen en moeten worden bewaard in een afgesloten container bij 0-20°C in een schone omgeving.

Punt 2. Sensoren mogen niet worden opgeslagen of gebruikt in omgevingen met vloeistofdampen en organische dampen, omdat deze omgevingen hun prestaties zullen verslechteren.

Punt 3. De sensor mag niet worden opgeslagen of gebruikt in omgevingen met geconcentreerde vloeistoffen (zoals oliën of oplosmiddelen), omdat deze de luchtopeningen kunnen verstoppen, de gasstroom naar de sensor kunnen beperken en het signaal kunnen verzwakken. Als de sensor aan geconcentreerd gas is blootgesteld, droog hem dan voorzichtig met een zacht, absorberend papier voordat u hem opnieuw gebruikt. In geen enkel geval mag de sensor worden gedroogd bij temperaturen boven de 40°C.

Punt 4. Over het algemeen kunnen sensoren worden opgeslagen in een kantooromgeving met een temperatuur die niet hoger is dan 30°C en een vochtigheidsbereik van 50% tot 90%.

Punt 5. Voor speciale opslag kunnen sensoren in een vershoudingsdoos of koelkast worden bewaard (indien toelaatbaar), maar het gebruik van een droogcabinet wordt niet aanbevolen. Wanneer sensoren in de vershoudingsdoos of koelkast worden geplaatst, moeten ze worden afgesloten om effectief te voorkomen dat omgevingsvocht door regelmatig openen en sluiten in de container komt, wat kan leiden tot condensatie en het blokkeren van de luchtholen van de sensoren.